Hef- en steunpunten

OPMERKING: Als u zware onderdelen, zoals de wielophanging of de brandstoftank, aan de achterkant van het voertuig uitbouwt, de voorkant van het voertuig eerst met lange veiligheidsbokken ondersteunen. Als u een aanzienlijk gewicht uitbouwt aan de achterkant van het voertuig, kan het zwaartepunt verschuiven waardoor het voertuig naar voren kantelt op de hefbrug.

Chassistakel


1.Plaats de hefblokken van de hefbrug (A) onder de voorste (B) en achterste (C) steunpunten van het voertuig.

 

2.Breng de hefbrug enkele centimeters omhoog en schud het voertuig voorzichtig heen en weer om u ervan te verzekeren dat het voertuig stevig is ondersteund.

3.Breng de hefbrug op maximale hoogte en inspecteer de hefpunten op goed contact met de hefblokken.

Veiligheidsbokken


Gebruik dezelfde steunpunten (B) en (C) als voor de hefbrug, om het voertuig op de veiligheidsbokken te ondersteunen. Gebruik altijd de veiligheidsbokken als u aan of onder een voertuig werkt dat alleen door een krik wordt ondersteund.

Vloerkrik


1.Als u de voorkant van het voertuig omhoog brengt, trek dan de handrem aan. Als u de achterkant van het voertuig omhoog brengt, zet u de versnellingspook in de vrijstand.

2.Blokkeer de wielen die niet omhoog worden geheven.

3.Plaats de vloerkrik onder het kriksteunpunt aan de voorkant (A) of achterkant (B), zorg dat het kriksteunpunt zich boven het midden van de krikhefvoet bevindt (C), en krik het voertuig voldoende hoog op om de veiligheidsbokken eronder te kunnen plaatsen.



Zorg voor voldoende speling voor de vloerkrik, omdat het voertuig anders beschadigd zou kunnen worden.

 

4.Plaats de veiligheidsbokken onder de steunpunten en stel ze zodanig in dat het voertuig horizontaal staat.

5.Breng het voertuig omlaag zodat het op de veiligheidsbokken rust.