1. | Verwijder het binnenste spatscherm voor. |
2. | Verwijder de voorbumper. |
3. | Verwijder de spatplaat (A).
|
4. | Haal de 46-pinsstekker (A) van de VSA-regeleenheid los door de vergrendeling omhoog te trekken (B); de stekker laat nu los.
|
5. | Ontkoppel de zes remleidingen van de VSA-regeleenheid. OPMERKING: Remleidingen zijn aangesloten op de hoofdremcilinder (C) en de remklauwen rechtsvoor (D), linksachter (E), rechtsachter (F) en linksvoor (G). |
6. | Verwijder de VSA-regeleenheid (H) met de steun (I) uit de carrosserie. |
7. | Verwijder de VSA-regeleenheid van de steun. |
1. | Monteer de VSA-regeleenheid op de steun. |
2. | Monteer de VSA-regeleenheid op de steun. |
3. | Sluit de zes remleidingen weer aan, en draai de moeren vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. |
4. | Lijn het verbindende vlak van de 26-pinsstekker van de ABS-regeleenheid uit met de eenheid zelf. |
5. | Laat de vergrendeling van de 26-pinsstekker van de VSA-regeleenheid zakken en controleer dan of de stekker goed op zijn plaats zit. |
6. | Installeer de kap. |
7. | Installeer de voorbumper. |
8. | Installeer het binnenspatbord aan de voorzijde. |
9. | Ontlucht het remsysteem. |
10. | Start de motor en controleer of de ABS- en VSA-controlelampjes uit gaan. |
11. | Maak een proefrit met het voertuig en controleer of de ABS- en VSA-controlelampjes niet aangaan. OPMERKING: Als het rempedaal nu sponsachtig aanvoelt, kan het zijn dat er lucht vastzat in de modulator, die vervolgens in het normale remsysteem is gekomen tijdens de modulatie. Ontlucht het remsysteem opnieuw. |