Let erop dat u de beugel aan de voorzijde van de stuurkolom niet uit zijn normale stand trekt. Komt de beugel per ongeluk toch naar buiten, vervang de stuurkolom dan in zijn geheel.
1. | Controleer of de contactschakelaar UIT is en maak vervolgens de negatieve kabel van de accu los. |
2. | Verwijder de bestuurdersairbag en het stuur. |
3. | Verwijder de onderste afdekking van het dashboard van de bestuurder |
4. | Verwijder de kappen van de stuurkolom. |
5. | Verwijder de afdekking (A) van de stuurkoppeling.
|
6. | Ontgrendel de telescopische/kantelhendel en stel de stuurkolom bij op zijn volle kantelpositie en zijn volledige telescopische in-positie. |
7. | Vergrendel de telescopische/kantelhendel. |
8. | Zet de onderste geleideras (A) op de kolom vast met een stukje draad (B) tussen de scharniergaffel (C) van de geleideras en de scharniergaffel (D) van de bovenas om het terugtrekken van de geleideras tegen te gaan.
|
9. | Ontgrendel de telescopische/kantelhendel en stel de stuurkolom bij op zijn volledige telescopische uit-positie, vergrendel vervolgens de telescopische/kantelhendel. LET OP: Ontgrendel de telescopische/kantelhendel niet wanneer u de stuurkolom uit de carrosserie haalt. |
10. | Maak de kabelboomstekkers los van de combi-schakelaar en kabelhaspel (A).
|
11. | Verwijder de combi-schakelaar van de stuurkolomas door de drie schroeven te verwijderen (B). |
12. | Koppel de stekkers los van de contactschakelaar en maak de kabelboomklemmen los van de stuurkolom. |
13. | Verwijder de bout van de stuuraskoppeling (C) en maak vervolgens de stuuraskoppeling (D) los van de pignonas. |
14. | Verwijder de stuurkolom (E) door de bevestigingsmoeren en -bouten te verwijderen. Indien de onderschuifas (F) verwijderd is, schuif deze dan in de bovenas (G) door de geverfde of gestanste merktekens (H) uit te lijnen. |
15. | Verwijder de middengeleider (B) (indien aanwezig) en gooi deze weg. De middengeleider dient alleen voor montage in de fabriek. |
1. | Breng de stuurkolom in de omgekeerde volgorde van het verwijderen aan en let op het volgende:
|
2. | Centreer de stuurheugel binnen zijn slag in de stuuraskoppelingaansluiting. |
3. | Snijd de draad (A) door en schuif het onderste uiteinde van de stuuraskoppeling over de pignonas (E) in het aangegeven bereik, met de tandheugel in de rijstand recht vooruit.
|
4. | Lijn het boutgat (A) in de stuuraskoppeling uit met de gleuf (B) rond de pignonas, en draai de koppelingsbout (C) losjes vast. Zorg ervoor dat de bout van de stuuraskoppeling stevig in de groef in de pignonas zit. Trek aan de stuuraskoppeling om er zeker van de zijn dat de stuuraskoppeling goed op zijn plaats zit. Zet de bout van de stuuraskoppeling met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
|
5. | Breng de afdekking van de stuuraskoppeling (A) aan.
|
6. | Monteer het stuur. |
7. | Monteer de stuurkolomkappen. |
8. | Monteer het onderste dashboardpaneel aan bestuurderszijde. |
9. | Sluit de negatieve accukabel aan.
|