Functietest achterruitverwarming

OPMERKING:

Let erop dat u de verwarmingsdraden niet bekrast of beschadigt met de testpen.
Alvorens te testen, de zekering nr. 12 (30 A) in de zekering/relaiskast onder de motorkap en de zekering nr. 36 (10 A) in de zekering/relaiskast onder het dashboard controleren.

Controleer of er spanning is tussen de positieve aansluitklem (A) en de massa, met de contactschakelaar en de schakelaar van de achterruitverwarming AAN.
Er moet accuspanning zijn.

Als er geen spanning is, controleren op:
- Defect relais achterruitverwarming.
- Defecte schakelaar achterruit/spiegelverwarming.
- Een onderbreking in de BLK of RED-draad naar de positieve aansluiting.
Als er spanning is, ga verder met stap 2.

2.	Ontkoppel de negatieve aansluiting (B) van de achterruitverwarming.

3.	Controleer op doorverbinding tussen de negatieve aansluitklem (B) en de massa van de carrosserie. Als er geen doorverbinding is, controleren op een draadbreuk in de draden of slechte massa-aansluiting (G701). Als er doorverbinding is, ga dan naar 4.

4.	Sluit de negatieve aansluiting opnieuw aan op de achterruitverwarming.

5.	Zet de contactschakelaar AAN (II) en de schakelaar achterruit/spiegelverwarming AAN.

Raak bij beide delen van de achterruitverwarming de verwarmingsdraad op iedere punt aan met de positieve testpen van de voltmeter, terwijl u met de negatieve testpen de negatieve aansluitklem aanraakt.

Als de spanning is zoals voorgeschreven, is de verwarmingsdraad tot dat punt in orde.
Als de spanning niet is zoals voorgeschreven, de verwarmingsdraad repareren.
- Als er meer spanning is bij een van de punten dan aangegeven, zit er een breuk in de negatieve helft van de draad.
- Als er minder spanning is bij een van de punten dan zit er een breuk in de positieve helft van de draad.