1. | Bevestig dat de wisseramen in de standaard stand staan, wanneer de wisserarmen in de automatische ruststand stoppen.
|
2. | Wanneer u de wisservloeistof sproeit, stel dan vast dat 50% of meer van de sproeivloeistof in het sproeigebied terecht komt. Pas de sproeimondjes aan als er geen standaard standen zijn.
|