Voorzorgsmaatregelen brandstofleiding/snelkoppelingen
De brandstofleiding/snelkoppelingen (A), (B), (C) sluiten de brandstofrail (D) aan op de brandstoftoevoerslang (E), de brandstoftoevoerslang op de brandstofleiding (F), en de brandstofleiding op de brandstoftankeenheid (H). Als u de brandstoftoevoerslang, de brandstoftankeenheid of brandstoftank verwijdert, moeten de snelkoppelingen worden ontkoppeld of vastgekoppeld.
Let op de volgende punten:
- De brandstoftoevoerslangen, de brandstofleiding en de snelkoppelingen zijn niet bestand tegen hitte; wees voorzichtig dat u ze tijdens laswerkzaamheden of andere procedures waar hitte bij vrijkomt niet beschadigt.
- De brandstofvoedingsslangen, de brandstofleiding en de snelkoppelingen zijn niet bestand tegen zuren; raak ze niet aan met een poetsdoek die u daarvoor gebruikt heeft voor het afvegen van accuvloeistof. Vervang ze als deze toch in aanraking zijn gekomen met accuzuur of soortgelijke stoffen.
- Zorg bij het aansluiten of loskoppelen van de brandstoftoevoerslangen, de brandstofslang en de snelkoppelingen dat deze niet te veel worden verbogen of verdraaid. Vervang ze als ze beschadigd zijn.
Een ontkoppelde snelkoppeling kan opnieuw aangesloten worden, maar de borgklem op de bijbehorende leiding kan niet opnieuw worden gebruikt zodra deze van de leiding verwijderd is. Vervang de borgpen als:
- de brandstofgalerij wordt vervangen.
- de brandstofleiding wordt vervangen.
- de brandstofpomp wordt vervangen.
- het brandstoffilter wordt vervangen.
- de brandstofzender wordt vervangen.
- de borgklem van de leiding is genomen.
- de borgklem is beschadigd.
Plaats | Fabrikant | Kleur van borgklem | Leidingdiameter |
---|
A | Sanoh | Wit | 8 mm |
B | Sanoh | Wit | 6,3 mm |
C | Sanoh | Wit | 9,5 mm |