Inlaatspruitstuk uitbouwen en inbouwen

Onderdelen, gedemonteerd


 

Uitbouwen


1.Verwijder de onderste afdekking.

2.Verwijder de luchtinlaatleiding.

 


3.Verwijder het luchtfilterhuis.

4.Verwijder de kap van het inlaatspruitstuk.

 

5.Verwijder de ontluchtingsslang (A), de onderdrukslang van de rembekrachtiger (B) en de positieve carterventilatieslang (PCV-slang) (C).

 

6.Verwijder de peilstok (A), en verwijder de twee bouten (B) waarmee de draadbundelhouder is bevestigd.

 

7.Verwijder de wateromloopslang uit de klem (C).

8.Maak de stekkers van de motorkabelboom en de kabelboomklemmen los van het inlaatspruitstuk.

  • Stekker gasklepstelmotor
  • Stekker van sensor voor absolute luchtdruk in inlaatspruitstuk (MAP)
  • Stekker brandstoftank ontluchtingsklep (EVAP)

9.Verwijder de kabelboomhouder (A) en de kabelboomklem (B).

 

10.Verwijder het gasklephuis zonder de koelvloeistof af te tappen.

 

11.Verwijder de slang van het koolstoffilter van het benzinedampafzuigsystyeem (EVAP) (A) en de wateromloopslangen (B), terwijl de koelvloeistof is afgetapt.

 

12.Verwijder de inlaatspruitstuksteun A en verwijder vervolgens het inlaatspruitstuk (B) en de uitlaatgasrecirculatieplaat (EGR-plaat) (C).

 

Aanbrengen


1.Monteer de uitlaatgasrecirculatieplaat (EGR-plaat) (A) met een nieuwe pakking (B).

 

2.Breng het inlaatspruitstuk aan en haal alle bouten en moeren in twee of drie stappen kruislings aan, te beginnen met de binnenste bout. Gebruik nieuwe pakkingen (D).

3.Breng steun A (E) van de inlaatspruitstuksteun losjes aan en haal de bouten (F) eerst aan en pas daarna bout (G).

4.Breng de slang van het koolstoffilter van het benzinedampafzuigsystyeem (EVAP) (A) en de wateromloopslangen (B) aan, terwijl de koelvloeistof is afgetapt.

 

5.Breng het gasklephuis (A) met een nieuwe pakking (B) aan terwijl de koelvloeistof is afgetapt.

 

6.Breng de kabelboomhouder (A) en de kabelboomklem (B) aan.

 

7.Breng de stekkers van de motorkabelboom en de kabelboomklemmen op het inlaatspruitstuk aan.

  • Stekker gasklepstelmotor
  • Stekker van sensor voor absolute luchtdruk in inlaatspruitstuk (MAP)
  • Stekker brandstoftank ontluchtingsklep (EVAP)

8.Breng de peilstok (A) aan, en breng de twee bouten (B) aan waarmee de draadbundelhouder is bevestigd.

 


9.Breng de wateromloopslang in de klem (C) aan.

10.Breng de ontluchtingsslang (A), de onderdrukslang van de rembekrachtiger (B) en de positieve carterventilatieslang (PCV-slang) (C) aan.

 

11.Monteer de kap over het inlaatspruitstuk.

 

12.Breng het luchtfilterhuis aan.

13.Breng de luchtinlaatleiding aan.

 

14.Controleer na montage of alle buizen, slangen en stekkers juist zijn aangesloten.

15.Breng de onderste afdekking aan.