Het regelmatig inademen van stof van remblokken kan nadelig zijn voor de gezondheid, ongeacht de samenstelling van het materiaal.
|
1. | Breng de voorzijde van de auto omhoog en ondersteun de auto op de juiste plaatsen met bokken. |
2. | Verwijder de voorwielen. |
3. | Controleer de dikte (A) van het binnenste (B) en buitenste (C) remblok. Meet de dikte van de achterplaat niet mee.
Binnenste blokje Buitenste blokje |
4. | Als de dikte van de remblokken minder is dan de slijtagegrens, alle remblokken samen met de vulplaatjes vervangen. |
1. | Breng de voorzijde van de auto omhoog en ondersteun de auto op de juiste plaatsen met bokken. |
2. | Verwijder het voorwiel. |
3. | Verwijder de flensbout (A) en houd tegelijkertijd de remklauwpen (B) met een sleutel vast. Let erop de penhoes niet te beschadigen en draai de remklauw (C) uit de weg. Controleer de slangen en pin stofrubbers op beschadiging en slijtage.
|
4. | Verwijder de bevestigingsbout (D) van de remslang. |
5. | Verwijder de blokken (A) en het zuigerplaatje (B).
|
6. | Verwijder de steunveertjes (A).
|
7. | Reinig de remklauwsteun (B) grondig; verwijder alle roest en controleer op groeven en scheurtjes. |
8. | Controleer de remschijf op beschadiging en scheurtjes. |
9. | Breng een dunne laag Molykote M77-vet aan op de contactvlakken van de remklauwbeugels tegen de borgklemmen (aangegeven door de pijlen). |
10. | Monteer de steunveertjes. Veeg het overtollige vet van de borgklemmen. Houd de schijf en de blokken vrij van vet. |
11. | Monteer de in de handel verkrijgbare zuigercompressor (A) op het remklauwhuis (B).
|
12. | Druk de zuiger met de zuigercompressor in zodat de remklauw over de remblokken past. Controleer of het stofrubber van de zuiger goed is geplaatst, zodat beschadiging wordt voorkomen als de remklauw omlaag wordt gedraaid. OPMERKING: Wees voorzichtig met het indrukken. Er kan remvloeistof uit het reservoir van de hoofdcilinder lopen. |
13. | Verwijder de zuigercompressor. |
14. | Reinig de remklauw grondig; verwijder alle roest en controleer op groeven en scheurtjes. |
15. | Trek het papier van het antipiepplaatje (A) en plak het op het daarvoor bestemde vlak van het binnenste en buitenste blok.
OPMERKING:
|
16. | Reinig en ontvet het buitenste ondersteunende deel (A) en de contactzijde van de zuiger (B) en het afdekplaatje (C) van de voorste remklauw. Zorg dat er geen vet achterblijft.
|
17. | Trek het andere papieren velletje van het antipiepplaatje dat op het binnenste en buitenste blok was bevestigd. |
18. | Breng een dunne laag Molykote M77-vet aan op de delen die met pijlen zijn aangegeven. Veeg overtollig vet van de blokjes. Vervuilde remschijven of remblokken verminderen het remvermogen. Voorkom dat er vet op de remschijven en remblokken komt. |
19. | Monteer de zuigerplaat en vervolgens de remblokken op de juiste wijze. Als de remblokken opnieuw worden gebruikt, moeten deze weer op de oorspronkelijke plaats worden gemonteerd om tijdelijke vermindering van remwerking te voorkomen. OPMERKING:
|
20. | Draai de remklauw (A) omlaag op zijn plaats. Monteer de nieuwe flensbout (B), en draai deze vast met het voorgeschreven aanhaalmoment terwijl u de remklauwpen (C) met een steeksleutel vasthoudt. Beschadig de hoezen van zuiger en pen niet.
|
21. | Monteer de bevestigingsbout van de remslang en draai de bout vast conform het voorgeschreven aanhaalmoment. |
22. | Start de motor, trap 10 seconden op het rempedaal (pedaaldruk: 20 kgf). OPMERKING: Hiermee zet het antipiepplaatje zich vast. |
23. | Druk het rempedaal verschillende keren in om te controleren of de remmen goed werken. OPMERKING: Als de remblokken als gehele set zijn vervangen, is er in het begin soms een grotere pedaalslag nodig om de remmen te laten aangrijpen. Na enkele malen remmen wordt de normale pedaalslag hersteld. |
24. | Controleer na montage op lekken bij de slang- of leidingverbindingen of -aansluitingen. Draai deze zonodig aan. Maak een testrit met het voertuig en controleer vervolgens op lekken. |