Remblokken achterwielen inspecteren en vervangen



Het regelmatig inademen van stof van remblokken kan nadelig zijn voor de gezondheid, ongeacht de samenstelling van het materiaal.
  • Vermijd het inademen van stofdeeltjes.
  • Gebruik nooit een luchtslang of borstel om de remonderdelen schoon te maken. Gebruik een goede stofzuiger.



Inspectie


1.Breng de achterzijde van de auto omhoog en breng op de juiste plaatsen assteunen aan.

2.Verwijder de achterwielen.

3.Controleer de dikte (A) van het binnenste (B) en buitenste (C) remblok. Meet de dikte van de ankerplaat van het remblokje niet mee.

Dikte remblok: 
 Standaard: 9,0 mm 
 Slijtagegrens: 1,6 mm 

 

4.Als de dikte van de remblokken minder is dan de slijtagegrens, alle remblokken samen met de vulplaatjes vervangen.

Vervangen


1.Breng de achterzijde van de auto omhoog en breng op de juiste plaatsen assteunen aan.

2.Verwijder de achterwielen.

3.Verwijder de flensbout (A) en houd tegelijkertijd de remklauwpen (B) met een steeksleutel vast. Beschadig de penhoes niet, en verwijder de remklauw (C). Controleer de slangen en pin stofrubbers op beschadiging en slijtage.

OPMERKING: De remslang en de handremkabel niet knikken om schade te voorkomen.

 


4.Verwijder de blokjes (A).

 

5.Verwijder de steunveertjes (A).

 

6.Reinig de remklauwsteun (B) grondig; verwijder alle roest en controleer op groeven en scheurtjes.

7.Controleer de remschijf op beschadiging en scheurtjes.

8.Breng een dunne laag Molykote M77-vet aan op de contactvlakken van de remklauwbeugels tegen de borgklemmen (aangegeven door de pijlen).

9.Monteer de steunveertjes. Veeg het overtollige vet van de borgklemmen. Houd de schijf en de blokken vrij van vet.

10.Reinig de remklauw grondig; verwijder alle roest en controleer op groeven en scheurtjes.

11.Trek het papier van het antipiepplaatje (A) en plak het op het daarvoor bestemde vlak van het binnenste en buitenste blok.



Het antipiepplaatje is van rekbaar materiaal en kan niet worden verwijderd. Zorg dat het goed vastzit.


OPMERKING:
  • Zorg dat er geen vet op het oppervlak van het plaatje zit.
  • Lijn het antipiepplaatje uit met het afdekplaatje.

 

12.Trek het andere papieren velletje van het antipiepplaatje dat op het binnenste en buitenste blok was bevestigd.

13.Breng een dunne laag Molykote M77-vet aan op de delen die met pijlen zijn aangegeven. Veeg overtollig vet van de blokjes. Vervuilde remschijven of remblokken verminderen het remvermogen. Voorkom dat er vet op de remschijven en remblokken komt.

 

14.Monteer de remblokjes op juiste wijze. Als de remblokken opnieuw worden gebruikt, moeten deze weer op de oorspronkelijke plaats worden gemonteerd om tijdelijke vermindering van remwerking te voorkomen.

OPMERKING:
  • Houd het antipiepplaatje niet vast wanneer u het remblok monteert.
  • Houd het antipiepplaatje vrij van vuil.

15.Reinig en ontvet het buitenste ondersteunende deel (A) en de contactzijde van de zuiger (B) en het afdekplaatje (C) van de achterste remklauw. Zorg dat er geen vet achterblijft.

 

16.Roteer de remklauwzuiger met de klok mee de cilinder in, en lijn dan de insnede (C) in de zuiger uit met de lip (D) over het binnenste blok door de zuiger terug te draaien. Smeer de stofhoes met rubbersmeervet om te voorkomen dat de zuigerstofhoes gedraaid raakt. Als de zuigerstofhoes gedraaid is, draai hem terug zodat hij de juiste positie heeft. Zorg dat de zuigerhoes op zijn plaats zit om schade eraan te voorkomen bij montage van de remklauw.

OPMERKING:
  • Wees voorzichtig bij het terugduwen van de zuiger in de remklauw, er kan remvloeistof uit het reservoir van de hoofdcilinder lopen.
  • Duw de zuiger helemaal terug om schade aan het antipiepplaatje te voorkomen.

17.Monteer de achterste remklauw in overeenstemming met het binnenste remblok. Monteer de nieuwe flensbouten (E), en draai deze vast tot het voorgeschreven aanhaalmoment terwijl u de betreffende remklauwpen (F) met een steeksleutel vasthoudt. Beschadig de hoezen van zuiger en pen niet.

18.Start de motor, trap 10 seconden op het rempedaal (pedaaldruk: 20 kgf).

OPMERKING: Hiermee zet het antipiepplaatje zich vast.

19.Druk het rempedaal verschillende keren in om te controleren of de remmen goed werken.

OPMERKING: Als de remblokken als gehele set zijn vervangen, is er in het begin soms een grotere pedaalslag nodig om de remmen te laten aangrijpen. Na enkele malen remmen wordt de normale pedaalslag hersteld.

20.Controleer na montage op lekken bij de slang- of leidingverbindingen of -aansluitingen. Draai deze zonodig aan. Maak een testrit met het voertuig en controleer vervolgens op lekken.