Storingzoeken in het VSA-systeem

Systeemcontrolelampje


Dit systeem heeft vier controlelampjes:


Als het systeem een probleem detecteert, gaan er één of meer controlelampjes branden. Afhankelijk van het probleem bepaalt de VSA-regeleenheid welke controlelampjes er worden ingeschakeld.
Als het systeem in orde is, gaat het ABS-controlelampje ongeveer 2 seconden branden nadat de contactschakelaar in de stand AAN (II) is gezet, en dooft daarna.

 

ABS-controlelampje


Het ABS-lampje gaat branden als het ABS niet meer functioneert. De remmen werken nog wel als een conventioneel systeem.

Remsysteem controlelampje


Het remsysteemlampje gaat branden wanneer de EDB niet meer functioneert, de handrem aangetrokken is en/of het remvloeistofpeil te laag is.

VSA controlelampje


Het VSA-controlelampje gaat branden wanneer de VSA niet meer functioneert.

VSA-activeringscontrolelampje


Het VSA-activeringscontrolelampje gaat branden wanneer de VSA-functie is geactiveerd. Het VSA-controlelampje gaat branden wanneer de VSA uit is geschakeld of niet meer functioneert.

ABS en VSA-controlelampjes gaan uit


De controlelampjes gaan uit wanneer het probleem is verholpen, maar de timing waarmee de VSA-regeleenheid de lampjes uitschakelt, varieert van DTC tot DTC.

Storingscode (DTC)



Zelfdiagnose



Tegenkracht op rempedaal (kickback)


De pompmotor werkt als de VSA-regeleenheid functioneert; de vloeistof uit het reservoir wordt uit de hoofdcilinder gedrukt, waardoor het rempedaal wordt teruggeduwd.

Pompmotor



Vervangen remvloeistof/ontluchten


De procedures voor het vervangen van remvloeistof en ontluchten zijn identiek aan de procedures die worden gebruikt bij voertuigen zonder VSA.

Storingzoeken van DTC's


Bij de procedures voor het storingzoeken wordt ervan uitgegaan dat de oorzaak van de storing nog steeds aanwezig is en dat het ABS- en/of VSA-controlelampje nog steeds aan is. Het volgen van een storingsprocedure voor een code die is vrijgegeven en niet wordt teruggezet, kan resulteren in een incorrecte diagnose.

1.Stel de klant vragen over de omstandigheden waaronder de storing op is getreden en tracht dezelfde omstandigheden na te bootsen als u de storing zoekt. Probeer erachter te komen wanneer het ABS- en/of VSA-controlelampje aanging, zoals bijvoorbeeld tijdens de controle, na de controle, wanneer het voertuig een bepaalde snelheid heeft bereikt, etc.

2.Als het ABS- of VSA-controlelampje tijdens de proefrit niet aangaat en u zoekt de storing op basis van de DTC, controleer dan op losse stekkerverbindingen, slechte aansluitcontacten, etc., vóórdat u de storing zoekt.

3.Na het zoeken van de storing of wanneer de de reparaties zijn uitgevoerd, wist u de DTC's en maakt u een testrit met het voertuig onder dezelfde omstandigheden die oorspronkelijk de DTC's activeerden. Controleer of de ABS- en VSA-controlelampjes niet aangaan.

4.Controleer op andere DTC's die contact maakten via F-CAN, als er DTC's zijn die te maken hebben met F-CAN, dan was de meest waarschijnlijke oorzaak het feit dat het contact op AAN (II) stond met de stekker van de ABS-regeleenheid losgekoppeld. Wis de DTC's. Controleer op PGM-FI- en ABS-codes, en spoor de oorzaak daarvan eerst op.

Periodiek optredende storingen


De uitdrukking ‘‘periodiek optredende storing" geeft aan dat een systeem een storing kan hebben gehad, maar nu in orde is. Als het controlelampje(s) van het systeem niet gaat branden, controleren dan op losse stekkers of slecht contact van de aansluitingen van de stroomkring die u aan het controleren bent. Als de controlelampjes aan waren, maar zijn uitgegaan, dan kan het oorspronkelijke probleem van tijdelijke aard geweest zijn.

Zo gebruikt u de HDS (Honda Diagnostic System)


1.Als het controlelampje (s) van het systeem blijft branden, sluit dan de HDS op de 16-pinsdatalinkstekker (DLC) (A) onder de bestuurderszijde van het dashboard aan.

 

2.Zet de contactschakelaar AAN (II).

3.Zorg dat de HDS communiceert met het voertuig en de ABS-regeleenheid. Is dit niet het geval, zoekt dan de storing in het DLC-circuit: L13A7-motormodel, R18A2-motormodel.

4.Lees de storingscode (DTC) en noteer deze. Controleer ook de aanwezige snapshot-gegevens, en download deze. Raadpleeg vervolgens naar de aangegeven DTC's voor problemen oplossen en begin de juiste procedure om de problemen op te lossen.

OPMERKING:
  • De HDS-communicatie wordt gestopt wanneer de snelheid van het voertuig 50 kilometer per uur of meer is.
  • De HDS kan de DTC lezen, de huidige gegevens en ander systeemgegevens.
  • Zie voor specifieke handelingen het Help-menu dat bij de HDS is meegeleverd.

DTC's opvragen


1.Verbind de HDS met de 16-pinsdatalinkstekker (DLC) onder de bestuurderszijde van het dashboard met de contactschakelaar op UIT.

2.Zet de contactschakelaar AAN (II).

3.Zorg dat de HDS communiceert met het voertuig en de ABS-regeleenheid. Is dit niet het geval, zoekt dan de storing in het DLC-circuit: L13A7-motormodel, R18A2-motormodel.

4.Volg de instructies op het HDS zodat de DTC's op het scherm worden weergegeven. Na het vaststellen van de DTC kijkt u in de index voor het zoeken van de DTC-storing.

5.Zet de contactschakelaar UIT.

DTC's wissen


1.Verbind de HDS met de 16-pinsdatalinkstekker (DLC) onder de bestuurderszijde van het dashboard met de contactschakelaar op UIT.

2.Zet de contactschakelaar AAN (II).

3.Zorg dat de HDS communiceert met het voertuig en de ABS-regeleenheid. Is dit niet het geval, zoekt dan de storing in het DLC-circuit: L13A7-motormodel, R18A2-motormodel.

4.Wis de DTC's door de scherminstructies op het HDS op te volgen.

5.Zet de contactschakelaar UIT.