Kleppendeksel monteren

1.De klepdekselpakking en de groef grondig reinigen.

2.Plaats de klepdekselpakking (A) in de groef van het kleppendeksel (B).

 

3.Controleer of de contactoppervlakken schoon en droog zijn.

4.Breng een rups vloeibare pakking, P/N 08C70-K0234M, 08C70-K0334M of 08C70-X0331S, aan van 3,0 mm breed op de contactoppervlakken van de kettingkast (A).

OPMERKING: Breng de onderdelen niet aan indien er vijf minuten of meer zijn verstreken na het aanbrengen van de vloeibare pakking. Verwijder in dat geval de oude resten en breng opnieuw vloeibare pakking aan.

 

5.Verwijder het cilinderkopdeksel (A).

OPMERKING:
  • Wacht ten minste 30 minuten voordat u de motor met olie vult.
  • Laat de motor pas na ten minste drie uur weer draaien na montage van het kleppendeksel.

 

6.Controleer de ringen (B) van de bevestigingsbouten van het kleppendeksel. Vervang eventueel beschadigde of versleten ringen.

7.Draai de bouten in twee of drie stappen aan. Draai alle bouten in de laatste stap in de aangegeven volgorde aan tot 12 N·m
(1,2 kgf·m).

 

8.Monteer de de massakabel (A) bevestigingsbout van de kabelboomsteun (B) en de ontluchtingsslang (C).

 

9.Monteer de vier voorste en vier achterste bobines.

10.Monteer het inlaatspruitstuk.