1. | Zet de krukas in het bovenste dode punt (BDP). Breng het BDP-merkteken (A) op het tandwiel van de krukas op één lijn met het merkteken (B) op de oliepomp.
|
2. | Zet zuiger nr. 1 op het BDP. De ‘‘UP"-markering (A) op het nokkenastandwiel moet boven zijn en de BDP-groeven (B) in het nokkenastandwiel moeten in lijn liggen met de bovenkant van de cilinderkop.
|
3. | Monteer de nokkenasketting op het tandwiel van de krukas met het gekleurde stuk (A) op één lijn met het BDP-merkteken (B) op het tandwiel van de krukas.
|
4. | Monteer de nokkenasketting op het tandwiel van de nokkenas met het merkteken (A) op één lijn met de twee gekleurde stukken (B).
|
5. | Breng motorolie aan op de schroefdraad van de bevestigingsbout (A) van de nokkenaskettingspanner.
|
6. | Monteer de nokkenaskettingspanner (B) en de nokkenaskettinggeleider (C). |
7. | Monteer het geleideblok van de nokkenaskettingspanner en draai de bout losjes aan.
|
8. | Breng motorolie aan op de glijvlakken van het geleideblok van de nokkenaskettingspanner (A).
|
9. | Draai het geleideblok van de nokkenaskettingspanner rechtsom om de nokkenaskettingspanner in te drukken, en monteer de overgebleven bout. Draai vervolgens de bouten vast. |
10. | Controleer de oliekeerring van de kettingkast op beschadiging. Is deze beschadigd, dan moet hij worden vervangen. |
11. | Verwijder oude vloeibare pakking van de contactvlakken van de kettingkast, bouten en boutgaten. |
12. | Reinig en droog de pasvlakken van het nokkenashuis. |
13. | Breng gelijkmatig vloeibare pakking, P/N 08C70-K0234M, 08C70- K0334M, of 08C70-X0331S aan op de onderste motorblokcontactvlakken van de kettingkast. OPMERKING:
|
14. | Monteer de pulsplaat (A) en de kettingkast (B). OPMERKING:
|
15. | Monteer de kabelboomklemmen (A) en sluit de stekker (B) van de krukasstandsensor (CKP-sensor) aan.
|
16. | Breng de zijmotorsteun (A) aan en draai de nieuwe moeren (B) en de bout (C) lichtjes vast.
|
17. | Monteer de massakabel (D). |
18. | Verwijder het luchtfilterhuis. |
19. | Draai de bevestigingsbouten en -moeren (A) van de transmissie los.
|
20. | Draai de zijmotorbevestigingsbouten en -moeren vast.
|
21. | Haal de transmissiebevestigingsbout en -moeren aan.
|
22. | Monteer de oliepan. |
23. | Monteer de krukaspoelie. |
24. | Monteer het kleppendeksel. |
25. | Monteer de waterpomppoelie. |
26. | Monteer het tussenwiel.
|
27. | Monteer de bevestigingsbouten van de dynamosteun.
|
28. | Monteer de aandrijfsnaar en stel deze af. |
29. | Voer de krukasstandpatroon (CKP) wissen/CKP-patroon leerprocedure uit. |