Uitbouwen en inbouwen onderste draagarm voorkant

Benodigd speciaal gereedschap
Kogeltrekker, 28 mm (  07MAC-SL00201)
 

Hulpstuk, 24 x 26 mm (  07746-0010700)
 
Stempel (  07749-0010000)
 
Bevestiging, 40 mm (  07947-6340300)
 



Uitbouwen/inbouwen onderste draagarm


1.Breng de voorzijde van de auto omhoog en breng op de juiste plaatsen assteunen aan.

2.Verwijder het voorwiel.

3.Voor het model met de HID-lamp: Verwijder de koplampafstelnivelleringssensor.

4.Verwijder de borgpen (A) uit de fuseekogel op de onderste arm en verwijder de kroonmoer (B).

OPMERKING: Monteer een nieuwe borgpen na het aandraaien van de kroonmoer.

 

5.Verwijder het kogelgewricht van de onderste draagarm uit de fusee met behulp van het speciaal gereedschap.

6.Demonteer aan de rechterzijde van het voertuig de bevestigingsmoer van de trillingsdemper (A) en de trillingsdemper zelf (B).

OPMERKING:
  • De trillingsdemper bevindt zich alleen aan de linkerzijde van de onderste draagarm.
  • Gebruik een nieuwe bevestigingsmoer voor de trillingsdemper bij het opnieuw monteren.

 

7.Demonteer de bevestigingsbouten en de speciale bout (C), en laat vervolgens de onderste draagarm zakken (D).

OPMERKING: Gebruik nieuwe bevestigingsbouten en een nieuwe speciale bout voor de onderste draagarm bij het opnieuw monteren

8.Draai tijdens het monteren de bevestigingsbouten en de speciale bout van de onderste draagarm aan tot het voor het gewicht van het voertuig aangegeven aanhaalmoment. Monteer vervolgens de trillingsdemper, en draai de bevestigingsmoer (A) tot het aangegeven aanhaalmoment aan.

 

9.Monteren van de onderste draagarm gebeurt in omgekeerde volgorde van het demonteren. Let daarbij op de volgende punten:

  • Let op dat u de stofhoes van de fuseekogels niet beschadigt als u de fusee monteert.
  • Trek alle bevestigingsbouten aan met het voorgeschreven aantrekkoppel.
  • Voordat u de het kogelgewricht verbindt aan de draagarm, moet u de schroefdraad en het tapse gedeelte van de fuseekogelpen, het verbindingsgat van de fusee en de schroefdraad en contactoppervlakken van de kroonmoer ontvetten.
  • Monteer eerst alle componenten behalve de trilingsdemper en de bevestigingsmoer en draai de bouten en moeren licht vast. Breng dan de wielophanging omhoog zodat deze het voertuiggewicht draagt en zet dan pas alles vast met de voorgeschreven aanhaalmomenten.
  • Haal de kroonmoer aan volgens het lagere aantrekkoppel en draai deze vervolgens aan totdat de gleuf is uitgelijnd met het gaatje voor de fuseekogelpen. Lijn de kroonmoer niet uit door deze los te draaien.
  • Reinig de pasvlakken van de remschijf en de binnenzijde van het wiel voordat u het wiel monteert.

10.Controleer de wieluitlijning en stel deze zonodig opnieuw af.

11.Voor het model met de HID-lamp: Voer de koplampen-leerprocedure uit.

Vervangen van de bus


1.Laat de onderste draagarm (A) zakken met een geschikte dopsleutel en een hydraulische pers, en haal de onderste draagarm uit de bus (B).

OPMERKING: Plak beschermende tape op de onderste draagarm onder de bus (C) om schade aan de onderste draagarm te voorkomen.

 

2.Breng wat water aan op het oppervlak van de nieuwe bus.

3.Breng de hoek van de onderste draagarm (A) op één lijn met het lipdeel (B) van de bus (C). Druk de bus er eerst met de hand in.

OPMERKING: De gemonteerde buslip wijst naar boven en beneden naar de gemonteerde onderste draagarm.

 

4.Druk de bus verder erin met een 32 mm dopsleutel en een hydraulische pers.

5.Stel de afstand tussen de bovenzijde van de onderste draagarm en het oppervlak van de bus, zoals aangegeven.

OPMERKING: Ondersteun bij het aandrukken de draagarm met een geschikt flensbout (A).