Brandstofdruk aflaten

Alvorens brandstofleidingen of -slangen los te koppelen, moet de druk uit het systeem worden afgelaten door de brandstofpomp te stoppen en de brandstofleiding/snelkoppeling in de motorruimte los te maken.

Met de HDS


1.Zorg dat u de antidiefstalcode voor de radio bij de hand hebt.

2.Verwijder de brandstofvuldop om de druk in de branstoftank te ontlasten.

3.Draai de contactschakelaar AAN (II).

4.Selecteer uit het INSPECTIEMENU van de HDS brandstofpomp UIT en start de motor en laat stationair lopen totdat hij hapert.

5.Draai de contactschakelaar UIT.

OPMERKING:
  • Laat de motor niet stationair draaien boven 1.000 rpm (min-1) of de ECM laat de brandstofpomp werken.
  • Er kan tijdens deze procedure een DTC of een tijdelijke DTC worden geactiveerd. Controleer op DTC’s en reset zo nodig.

6.Draai de contactschakelaar UIT.

7.Maak de negatieve kabelsvan de accu los.

8.Verwijder het luchtfilter.

9.Verwijder de bedekking (A) van de snelkoppeling.

 

10.Controleer de brandstofsnelkoppeling op vuil en maak schoon indien nodig.

11.Leg een lap of doek over de snelkoppeling (A)

 

12.Maak de snelkoppeling (A) los: Houd de stekker (B) in één hand en knijp de lippen van de borgklem (C) met de andere hand om ze uit de borglippen te halen (D). Verwijder de stekker.

OPMERKING:
  • Voorkom beschadiging van de leiding (E) of andere onderdelen.
  • Gebruik geen gereedschap.
  • Als de snelkoppeling niet in beweging komt, de lippen van de borgklem omlaag gedrukt houden en de koppeling heen en weer bewegen tot deze gemakkelijk los te halen is.
  • Verwijder de borgklem niet uit de leiding; eenmaal verwijderd moet de borgklem vervangen worden door een nieuw exemplaar.

 

13.Controleer na het ontkoppelen van de snelkoppeling op vuil of slijtage.

14.Sluit de negatieve kabel opnieuw aan de accu aan en doe het volgende:

  • Voer de antidiefstalcodes voor de radio in.
  • Stel de klok in.

15.Monteer het luchtfilter.

Zonder de HDS


1.Zorg dat u de antidiefstalcodes voor de radio bij de hand hebt.

2.Verwijder de zekering/relaiskast onder het dashboard en verwijder vervolgens de PGM-FI hoofdrelais 2 (BRANDSTOFPOMP) (A) uit de zekering/relaiskast onder het dashboard.

 

3.Monteer de zekering/relaiskast weer onder het dashboard.

4.Start de motor en laat stationair lopen totdat hij hapert.

OPMERKING: Als een van de DTC's opgeslagen werd, wis ze en negeer ze.

5.Draai de contactschakelaar UIT.

6.Verwijder de brandstofvuldop.

7.Ontkoppel de negatieve kabel van de accu.

8.Verwijder het luchtfilter.

9.Verwijder de bedekking (A) van de snelkoppeling.

 

10.Controleer de brandstofsnelkoppeling op vuil en maak schoon indien nodig.

11.Leg een lap of doek over de snelkoppeling (A)

 

12.Maak de snelkoppeling (A) los: Houd de stekker (B) in één hand en knijp de lippen van de borgklem (C) met de andere hand om ze uit de borglippen te halen (D). Verwijder de stekker.

OPMERKING:
  • Voorkom beschadiging van de leiding (E) of andere onderdelen.
  • Gebruik geen gereedschap.
  • Als de snelkoppeling niet in beweging komt, de lippen van de borgklem omlaag gedrukt houden en de koppeling heen en weer bewegen tot deze gemakkelijk los te halen is.
  • Verwijder de borgklem niet uit de leiding; eenmaal verwijderd moet de borgklem vervangen worden door een nieuw exemplaar.

 

13.Controleer na het ontkoppelen van de snelkoppeling op vuil of slijtage.

14.Sluit de negatieve kabel opnieuw aan de accu aan en doe het volgende:

  • Voer de antidiefstalcodes voor de radio in en stel vervolgens de voorkeurtoetsen weer in.
  • Reset de klok.

15.Monteer het luchtfilter.