1. | Inspecteer het stationaire toerental. |
2. | Sluit het Honda Diagnosesysteem (HDS) aan op de datalinkstekker (DLC).Zet de contactschakelaar AAN (II). |
3. | Zorg dat de HDS communiceert met het voertuig en de ECM-regeleenheid. Indien dit niet het geval is, controleer dan het DLC circuit. |
4. | Selecteer Health Check en vervolgens VALVE CLEARANCE CHECK op de HDS. Stel, indien nodig, de klepspeling af nadat de motor goed is afgekoeld. |
5. | Verwijder het kleppendeksel. |
6. | Zet zuiger nr. 1 in het bovenste dode punt (BDP). De ‘‘UP"-markering (A) op het nokkenastandwiel moet boven zijn en de BDP-groeven (B) in het nokkenastandwiel moeten in lijn liggen met de bovenkant van de cilinderkop.
|
7. | Neem de juiste dikte voelermaat voor de kleppen die u wilt controleren.
|
8. | Steek de voelermaat (A) tussen de stelschroef en het einde van de klepsteel op cilinder nr. 1 en schuif deze heen en weer; u moet enige weerstand voelen.
|
9. | Als u te veel of te weinig weerstand voelt, draait u de borgmoer (A) los en draait u de stelmoer (B) tot de weerstand op de voelermaat correct is.
|
10. | Draai de borgmoer vast en controleer de speling opnieuw. Herhaal de afstelprocedure zo nodig. |
11. | Draai de krukas rechtsom. Lijn de BDP-groef van zuiger nr. 3 op het tandwiel van de nokkenas (A) uit met de bovenrand van de cilinderkop.
|
12. | De klepspeling van cilinder nr. 3 controleren en indien nodig afstellen. |
13. | Draai de krukas rechtsom. Lijn de BDP-groef van zuiger nr. 4 op het tandwiel van de nokkenas (A) uit met de bovenrand van de cilinderkop.
|
14. | De klepspeling van cilinder nr. 4 controleren en indien nodig afstellen. |
15. | Draai de krukas rechtsom. Lijn de BDP-groef van zuiger nr. 2 op het tandwiel van de nokkenas (A) uit met de bovenrand van de cilinderkop.
|
16. | De klepspeling van cilinder nr. 2 controleren en indien nodig afstellen. |
17. | Monteer het kleppendeksel. |