| 1. | Zorg dat u de antidiefstalcodes van de radio en het navigatiesysteem hebt en noteer vervolgens de afstemfrequenties van de radio van de klant. |
| 2. | Zet de motorkap vast in een geheel open stand (steunbalk in de onderste opening).
|
| 3. | Haal de brandstofdruk eraf. |
| 4. | Maak eerst de negatieve kabel van de accu los en vervolgens de positieve kabel. |
| 5. | Verwijder de accu. |
| 6. | Verwijder de luchtinlaatleiding.
|
| 7. | Verwijder de onderste afdekking. |
| 8. | Verwijder het luchtfilterhuis. |
| 9. | Verwijder de accukabels (A) van het zekering-/relaiskastje onder de motorkap.
|
| 10. | Verwijder de kabelboomklem (B). |
| 11. | Verwijder de kap (A) van de ECM-regeleenheid en verwijder vervolgens de drie bouten (B) die de ECM vastzetten.
|
| 12. | Maak de stekkers (A) van de ECM en de stekkeraansluitingen (B) van de hoofdkabelboom los.
|
| 13. | Verwijder de kabelboomklemmen (C). |
| 14. | Verwijder de afdekking van de snelkoppeling (A) en maak dan de brandstoftoevoerslang los.
|
| 15. | Verwijder de EVAP-regelbusslang (A) en de onderdrukslang van de rembekrachtiger (B).
|
| 16. | Verwijder het stuurwiel. |
| 17. | Verwijder het deksel over de stuuraskoppeling (A).
|
| 18. | Breng een referentiemerkteken (B) aan op de stuurkogel en de pignonas van het stuurhuis. Verwijder de bout van de stuurkogel (C) en maak vervolgens de stuurkogel los van de pignonas (D) van het stuurhuis. |
| 19. | Verwijder de schakelkabel. |
| 20. | Verwijder de hulpcilinder van de koppeling en de bevestigingsbout van de koppelingsleidingsteun. |
| 21. | Verwijder de aandrijfriem. |
| 22. | Verwijder de radiateurdop. |
| 23. | Til het voertuig omhoog tot de hoogste stand. |
| 24. | Verwijder de voorwielen. |
| 25. | Verwijder het motoronderdeksel.
|
| 26. | Maak de aftapplug van de radiateur los en tap de koelvloeistof af. |
| 27. | Tap de motorolie af. |
| 28. | Tap de transmissievloeistof af: |
| 29. | Koppel de stekker (A) van de secundaire HO2S los en verwijder vervolgens de driewegkatalysator (TWC) (B).
|
| 30. | Trek de stekkers van het stuurhuis los.
|
| 31. | Haal de stabilisatorsteunen los van de dempers. |
| 32. | Maak de kogelgewrichten van de spoorstangeinden los van de spoorstangen. |
| 33. | Haal de fusees van de onderste armen uit elkaar. |
| 34. | Verwijder de aandrijfassen.Breng verse motorolie aan op alle precisie-afgewerkte oppervlakken. Bind plastic zakken over de uiteinden van de aandrijfassen. |
| 35. | Verwijder de airco-compressorsteun (A), en verwijder vervolgens de airco-compressor zonder de airco-slangen los te maken (indien airco).
|
| 36. | Laat het voertuig op de hefbrug zakken. |
| 37. | Verwijder de bovenste radiateurslang (A) en de onderste radiateurslang (B).
|
| 38. | Verwijder de slangen van de verwarming.
|
| 39. | Bevestig de takel op de motor, zoals afgebeeld.
|
| 40. | Zorg dat de takelsteunen op de juiste manier zijn geplaatst. Trek de takel omhoog tot de hoogste stand. |
| 41. | Demonteer de onderste dwarsstang.
|
| 42. | Verwijder het subframe.
|
| 43. | Zorg dat de takelsteunen op de juiste manier zijn geplaatst. Laat het voertuig op de hefbrug zakken. |
| 44. | Verwijder de bevestigingsmoeren van de zijmotorsteun.
|
| 45. | Verwijder de bevestigingsbout en -moeren (A) van de transmissie.
|
| 46. | Verwijder de massakabel (B). |
| 47. | Controleer of alle onderdrukslangen, brandstofslangen, koelvloeistofslangen, draden en kabels van de motor/transmissie zijn losgekoppeld. |
| 48. | Laat de motor met transmissie ongeveer150 mm zakken. Controleer nogmaals of alle slangen en bedradingen losgemaakt zijn en de motor/transmissie niet hinderen en laat de unit vervolgens geheel zakken. |
| 49. | Maak de takel los van de motor/transmissie. |
| 50. | Breng de auto geheel omhoog en neem de motor/transmissie onder de auto vandaan. |