Vervangen Fusee/wielnaaf voorkant

Onderdelen, gedemonteerd

 

Benodigd speciaal gereedschap
Wielnaaf montage-/demontagereedschap (  07GAF-SE00100)
 

Kogeltrekker, 28 mm (  07MAC-SL00201)
 
Hulpstuk, 62 x 68 mm (  07746-0010500)
 
Stempel (  07749-0010000)
 
Steunvoetstuk (  07965-SD90100)
 



Fusee uitbouwen


1.Breng de voorzijde van de auto omhoog en ondersteun de auto op de juiste plaatsen met bokken.

2.Verwijder de wielmoeren (A) en het voorwiel.

 

3.Verwijder de bevestigingsbout van de remslang (A).

 

4.Verwijder de bevestigingsbouten (B) van de remklauwbeugel, en verwijder de remklauw (C) van de fusee. Hang de remklauw op aan een kort stuk draad aan het chassis om beschadiging aan de remklauw of de remslang te voorkomen. Zorg dat de remslang niet te veel wordt verdraaid.

OPMERKING: Vervang tijdens het monteren de antipiepplaatjes op het binnenste en buitenste remblok.

5.Verwijder de wielsensor (A) van de fusee (B). Maak de wielsensor niet los.

 

6.Wrik de inslag (A) van de naafmoer (B) op en verwijder de moer.

 

7.Verwijder de 6 mm schroeven (A) waarmee de remschijf wordt vastgezet.

 

8.Verwijder de remschijf (B) van de voornaaf.

OPMERKING: Als de remschijf vastzit op de naaflagereenheid. Schroef twee bouten (8 x 1,25 mm) (C) in de remschijf om deze van de voorwielnaaf af te duwen. Draai iedere bout om de beurt 90 graden aan om te voorkomen dat er te veel buigspanning op de schijf komt.

9.Verwijder de splitpen (A) uit het uiteinde van het kogelgewricht van spoorstang en verwijder de moer (B).

OPMERKING: Monteer bij het inbouwen een nieuwe splitpen na het vastzetten van de moer en buig het uiteinde zoals afgebeeld.

 

10.Maak de fuseekogel van het trekstangeinde los van de fusee met behulp van het speciaal gereedschap..

11.Verwijder de borgpen (A) uit de fuseekogel op de onderste arm en verwijder de moer (B).

OPMERKING: Monteer bij het inbouwen een nieuwe borgpen na vastzetten van de moer, zoals afgebeeld.

 

12.Verwijder het kogelgewricht van de onderste draagarm uit de fusee met behulp van het speciaal gereedschap.

13.Verwijder de schokdemperklembouten (A) en flensmoeren (B) van de schokdemper.

OPMERKING: Monteer ook de nieuwe schokdemperklembouten en flensmoeren.

 

14.Maak de buitenste koppeling (C) van de aandrijfas los van de fusee (D) door met een plastic hamer op het uiteinde van de aandrijfas (E) te kloppen terwijl u de fusee naar buiten trekt. Verwijder daarna de fusee.

OPMERKING: Het uiteinde van de aandrijfas niet naar buiten trekken. De aandrijfaskoppeling kan zo losraken.

Fusee inbouwen


15.Volg bij inbouwen van de fusee/wielnaaf de omgekeerde volgorde van uitbouwen en let daarbij op het volgende:

  • Let op dat u de stofhoes van de fuseekogels niet beschadigt als u de fusee monteert.
  • Trek alle bevestigingsbouten aan met het voorgeschreven aantrekkoppel.
  • Voordat u het onderste fuseekogel aan de fusee verbindt, moet u de schroefdraad en het tapse gedeelte van de fuseekogelpen, het verbindingsgat van de fusee en de schroefdraad en contactoppervlakken van de kroonmoer ontvetten.
  • Monteer eerst alle componenten en zet de bouten en moeren lichtjes vast. Breng dan de wielophanging omhoog zodat deze het gewicht van de auto draagt en zet dan pas alles vast conform de voorgeschreven aanhaalmomenten.
  • Haal de kroonmoer aan volgens het lagere aantrekkoppel en draai deze vervolgens aan totdat de gleuf is uitgelijnd met het gaatje voor de fuseekogelpen. Lijn de kroonmoer niet uit door deze los te draaien.
  • Gebruik een nieuwe wielasmoer bij het monteren.
  • Breng een beetje motorolie aan op het draagvlak van de wielasmoer voordat u deze monteert. Borg na het aandraaien de borst van de wielasmoer met een drevel tegen de as.
  • Reinig de pasvlakken van de voorste wielnaaf en de binnenzijde van de remschijf voordat u de remschijf monteert.
  • Reinig de pasvlakken van de remschijf en de binnenzijde van het wiel voordat u het wiel monteert.
  • Controleer de wieluitlijning en stel deze zonodig opnieuw af.

Wiellager vervangen


1.De naaf (A) van de fusee (B) scheiden met het speciaal gereedschap en een hydraulische pers. Hou de fusee vast met bevestiging (C) van de hydraulische pers vast, of met een vergelijkbaar gereedschap. Let op dat u de spatplaat daarbij niet beschadigt. Houd de wielnaaf vast om te voorkomen dat deze valt nadat hij naar buiten is gedrukt.

 

2.Druk de binnenloopring (A) van het wiellager uit de wielnaaf (B) met behulp van het speciaal gereedschap, een in de handel verkrijgbare hulpgereedschap (C) en een pers.

 

3.Verwijder de spatplaat (A) en de borgveer (B) van de fusee.

 

4.Druk het wiellager (A) uit de fusee (B) met behulp van het speciaal gereedschap en een pers.

 

5.Reinig de fusee en de wielnaaf goed met een oplosmiddel met een hoog vlampunt voordat u deze weer monteert.

6.Druk een nieuw wiellager (A) in de fusee (B) met behulp van het oude lager (C), een stalen plaat (D), het speciaal gereedschap en een pers.

OPMERKING:
  • Monteer het wiellager met de magnetische pulsgever (E) (bruin) van de wielsensor naar de binnenzijde van de fusee.
  • Verwijder eventueel aanwezige olie, vet, stof, deeltjes metaal en andere verontreinigingen van de pulsgever.
  • Houd al het magnetisch gereedschap uit de buurt van de pulsgever.
  • Pas op om het pulsgevervlak niet te beschadigen als u het wiellager inbrengt.

 

7.Monteer de borgveer (A) stevig in de fusee.

 

8.Monteer het spatscherm (B) en draai de schroeven (C) vast met het voorgeschreven aanhaalmoment.

9.Monteer de naaf (A) op de wieldrager (B) met het speciaal gereedschap en een hydraulische pers. Zorg dat u de spatplaat (C) niet vervormt.