1. | Controleer of de twee paspennen in het koppelingshuis zijn gemonteerd. |
2. | Breng ureumvet UM264 (P/N 41211-PY5-305) aan op de koppelingsvork (A) en het druklager (B). Monteer de koppelingsvork en het druklager.
|
3. | Plaats de transmissie op een transmissiekrik en krik deze op tot motorhoogte. |
4. | Monteer de onderste bevestigingsbouten van de transmissie.
|
5. | Monteer de onderste torsiestangbeugel (A).
|
6. | Monteer de onderste torsiestang (A).
|
7. | Monteer het koppelingsdeksel.
|
8. | Breng de binnenste koppeling van de aandrijfassen aan. |
9. | Monteer de bevestigingssteunbasis (A) van de versnelling. Monteer de bevestigingsbout (B) van de versnelling en de steunbouten (C).
|
10. | Monteer de montagebeugelbouten (A) en moeren (B) van de transmissie en monteer de massakabel (C).
|
11. | Maak de onderste bevestigingsbout van de torsiestang los en draai opnieuw aan.
|
12. | Monteer het motoronderdeksel.
|
13. | Monteer de bovenste bevestigingsbout van de transmissie.
|
14. | Verwijder de kettingtakel en de motortakel van de motor. |
15. | Verbind de stekker (A) van de voertuigsnelheidssensor (VSS) en monteer dan de stekker (B) van de zuurstofsensor en harnasklemmen (C) van de harnasbeugel (D).
|
16. | Monteer de behuizingsbeugel (A) van het luchtfilter met de behuizingssteun (B) van het luchtfilter.
|
17. | Breng een dunne laag ureavet UM264 (artikelnr. 41211-PY5-305) aan de kabeluiteinden (A) aan en smeer het oppervlak van het bedradingsuiteinderubber (B) met siliconevet.
|
18. | Monteer de kabelbeugel (C) en de kabels (D) en monteer vervolgens de nieuwe splitpennen (E). |
19. | Verbind de stekker (A) van de achterlichtschakelaar en de stekker (B) van de solenoïde van de achteruitversnellingblokkering en monteer dan de harnasklemmen (C) en klemmen (D).
|
20. | Breng ureumvet UM264 (P/N 41211-PY5-305) aan op het uiteinde van de cilinderstang. Monteer de hulpcilinder. Zorg dat de koppelingskabel niet knikt.
|
21. | Monteer de accu. Sluit eerst de positieve (+) kabel van de accu aan, en vervolgens de negatieve (-) kabel. |
22. | Vul de transmissievloeistof bij. |
23. | Maak een proefrit met de auto. |
24. | Controleer de werking van de koppeling |
25. | Controleer de uitlijning van de voorwielen. |
26. | Voer de antidiefstalcode voor de radio en het navigatiesysteem in en stel vervolgens de voorkeurtoetsen van de radio weer in. |
27. | Voer de resetprocedure van de regeleenheid van de elektrische ruitbediening uit. |