Benodigd speciaal gereedschap
Wielnaaf Montage-/demontagereedschap ( 07GAF-SD40100)
1. | Krik de voorzijde van de auto op en ondersteun deze op de juiste plaatsen met veiligheidsbokken. |
2. | Verwijder de wielmoeren (A) en het voorwiel.
|
3. | Verwijder de bevestigingsmoer (A) van de remslang.
|
4. | Verwijder de bevestigingsbouten (B) van de remklauwbeugel en verwijder de remklauw (C) van de fusee. Hang de remklauw op aan een kort stuk draad aan het chassis om beschadiging aan de remklauw of de remslang te voorkomen. Zorg ervoor dat de remslang niet te veel wordt verdraaid. OPMERKING: Vervang tijdens de montage het klemmende vulplaatje dat op het binnenste en het buitenste remblok vastzit. |
5. | Verwijder de wielsensor (A) van de fusee (B). Maak de wielsensor niet los.
|
6. | Wrik de inslag (A) van de naafmoer (B) op en verwijder de moer.
|
7. | Verwijder de 6 mm schroeven (A) waarmee de remschijf vastzit.
|
8. | Verwijder de remschijf (B) van de voorwielnaaf. OPMERKING: Als de remschijf aan de voorwielnaaf vastgeklemd is. Schroef twee bouten (8 x 1,25 mm) (C) in de remschijf om deze van de voorwielnaaf af te duwen. Draai elke bout telkens 90 graden aan, om te voorkomen dat de remschijf vast gaat zitten. |
9. | Verwijder de splitpen (A) uit het uiteinde van de spoorstangkogel en verwijder de moer (B). OPMERKING: Monteer bij het inbouwen de nieuwe splitpen nadat de moer is vastgezet en buig het uiteinde zoals afgebeeld.
|
10. | Maak met het speciale gereedschap de spoorstangkogel los van de fusee. |
11. | Verwijder de borgpen (A) uit de fuseekogel op de onderste arm en verwijder dan de moer (B). OPMERKING: Monteer bij het inbouwen de nieuwe borgpen nadat de nieuwe kroonmoer is vastgezet.
|
12. | Maak met het speciale gereedschap de onderste fuseekogel van de fusee los. |
13. | Verwijder de schokdemperklembouten (A) en de flensmoeren (B) van de schokdemper. OPMERKING: Monteer tijdens de montage de nieuwe schokdemperklembouten en de nieuwe flensmoeren.
|
14. | Maak de buitenste koppeling (C) van de aandrijfas los van de fusee (D) door met een plastic hamer op het uiteinde van de aandrijfas (E) te kloppen terwijl u de fusee naar buiten trekt. Verwijder daarna de fusee. OPMERKING: Het uiteinde van de aandrijfas niet naar buiten trekken. De aandrijfaskoppeling kan losraken. |
1. | Volg bij inbouwen van de fusee/wielnaaf de omgekeerde volgorde van uitbouwen en let daarbij op het volgende:
|
1. | Scheid de naaf (A) van de fusee (B) met het speciale gereedschap en een hydraulische pers. Hou de fusee vast met bevestiging (C) van de hydraulische pers vast, of met een vergelijkbaar gereedschap. Let op dat u de spatplaat daarbij niet beschadigt. Houd de wielnaaf vast, om te voorkomen dat deze valt nadat hij naar buiten is gedrukt.
|
2. | Druk de binnenloopring (A) van het wiellager uit de wielnaaf (B) met behulp van het speciaal gereedschap, een in de handel verkrijgbare hulpgereedschap (C) en een pers.
|
3. | Verwijder de spatplaat (A) en de borgveer (B) van de fusee.
|
4. | Druk het wiellager (A) uit de fusee (B) met het speciale gereedschap en een pers.
|
5. | Spoel voor de montage de fusee en de wielnaaf grondig schoon in een brandveilig oplosmiddel. |
6. | Druk een nieuw wiellager (A) in de fusee (B) met behulp van het oude lager (C), een stalen plaat (D), het speciaal gereedschap en een pers. OPMERKING:
|
7. | Monteer de borgveer (A) stevig in de fusee.
|
8. | Monteer de spatplaat (B) en draai de schroeven (C) vast conform het voorgeschreven aanhaalmoment. |
9. | Monteer de wielnaaf (A) aan de fusee (B) met het speciale gereedschap en een hydraulische pers. Zorg ervoor dat u de spatplaat (C) niet vervormt.
|